Het dinosaurusei
Vermoedelijk is het laatste dinosaurusei zo’n 65 miljoen jaar geleden gelegd. Mocht je een dergelijk ei treffen, dan is de kans groot dat deze behoorlijk versteend is en dat de inhoud weinig teken van leven meer geeft. Zo niet, dan raad ik aan zo spoedig mogelijk contact op te nemen met Dr. Alan Grant.
Dit omvangrijke ei doet mij denken aan minder goede ervaringen met de watervalmethode en het Big Design Up Front principe. Alles is tot in den treuren ontworpen en vastgelegd in forse documenten, maar er is nog niets gebouwd. Tijdens het bouwen mag er niets veranderen aan dit stokoude, versteende plan. En wat blijkt? Het bouwwerk is niet eens levensvatbaar. Vaak maakt het stevige formaat van deze ‘eieren’ dat ze gemakkelijk te spotten zijn. Zolang ze goed doordacht zijn hoeft er niet veel aan de hand te zijn, maar in mijn ervaring duiken er later problemen op omdat de ideeën achter het ontwerp nog niet in praktijk zijn gebracht. Het is daarom altijd een goed idee om zulke ontwerpen aan de tand te voelen en bespreekbaar te maken. Houd rekening met weerstand en ga niet over ieder onderwerp ten strijde, kies met je team de meest waardevolle verbeteringen; pick your battles. Wat ook goed kan helpen is als je team een eigen visie heeft op haar product in een groter plaatje, want misschien kan het meer doelen dienen dan die van het dinosaurusei.
Het kippenei
Kippen zijn zeer sociale dieren die zich thuis voelen in een hiërarchische organisatie of kippenhok, zolang iedereen op zijn plek blijft in de pikorde. In 2018 hebben we in Nederland gemiddeld 202 eieren per persoon verorberd. We eten zo veel eieren dat de smaak ons weinig zal verassen.
In software ontwikkeling lijkt het kippenei op zo’n oplossing die eigenlijk niets nieuws brengt. Het is niet spannend, wordt overal al gebruikt en er is veel te lang over gekakeld. Als iemand bedacht heeft om een oplossing die al bestaat zelf te bouwen, dan is dat een duidelijk signaal van een kippenei. Neem even als voorbeeld het implementeren van een gloednieuwe webserver. Het opensource aanbod hiervan is enorm en kwalitatief veel beter. Veel van deze oplossingen bestaan lang en worden ondersteund door grote communities, dus de kans dat jouw team zelf iets beters op de plank kan krijgen is klein.
Het gouden ei
Een bekende fabel van de verteller Aesopus uit de Griekse oudheid leert ons dat je de gans die de gouden eieren legt moet koesteren.
Misschien is het je wel eens overkomen dat je in een heus dream-team bent beland, waarvan de prestaties haast door het dak gaan. Hier zitten de juiste mensen op de juiste plek, maar niet alleen als individu. De magie komt echt los als deze mensen met elkaar samenwerken. Dit team legt schitterende gouden eieren. Maar als je die knappe koppen uit elkaar zet om ze over meerdere teams te verdelen, dan krijg je niet méér top-producten. Integendeel, alle producten krijgen opeens last van allerlei gebreken, want de magie is verdwenen. Houd je gans dus gezond en blij, zodat je zo veel mogelijk gouden eieren kunt krijgen!
Ei-nde
Hopelijk heeft deze blog je voldoende geinformeerd over de creatieve perspectieven die pluimvee (en fossielen) ons kunnen bieden. En als het je heeft aangespoord om meer varianten te bedenken, dan beschouw ik deze blog als een succes en hoor ik graag van je ingevingen. Om af te sluiten nog een klein advies: mocht je in de toekomst zelf of met je team ergens een ei over moeten leggen, mik dan op een kwartel-ei in plaats van een struisvogelei. Die zijn compact, rijk van smaak en snel gelegd. Leg er desnoods 2 of meer, zodat je ei geen dinosaurusei wordt. Het is ook geen schande als er een paar sneuvelen, want als je een omelet wilt maken moet je een paar eitjes breken.